Warmtepomp Start Niet
Altherma 3 & Altherma Hybride
Intro
De compressor kan door meerdere oorzaken niet starten. Vaak is dit door een te lage vertrekwatertemperatuur,
een te hoge buitentemperatuur of geen warmtevraag. Andere oorzaken kunnen configuratieproblemen of storingen
zijn.
Raadpleeg de Daikin e-Care App voor storingscodes, oorzaken en oplossingen.
Flowchart
Instellingen en werking thermostaat
Controleer via menu > informatie > stelmotoren en informatie > sensoren de huidige
temperaturen, bedrijfsmodus en ingeschakelde componenten.
Tip: Maak foto's van deze schermen voor contact met Techsupport.
Controleer of er warmte-/koelingsvraag is en het bedrijf aanstaat. Als u een externe
thermostaat
gebruikt en de compressor start niet, controleer dan of externe thermostaat is ingesteld (parameter
C-07: 1 voor externe thermostaat, 2 voor Daikin thermostaat).
Sluit een Daikin thermostaat aan en stel kamerthermostaat in, of wijzig parameter
C-07 naar 2. Als de compressor start, ligt het probleem waarschijnlijk aan de externe
thermostaat of de aansluiting.
Spanning meten bij externe thermostaat
Meet de spanning op het verwarmings- en koelingscontact (respectievelijk) X2M/30-35 en X2M/30-34 met
V AC.
Voor de Altherma Hybride zijn de contacten voor verwarmen X2M/4-1 en voor koelen
X2M/4-2.
Bij verwarmen moet op het verwarmingscontact 0V AC staan en bij koelen 230V AC. Als de warmtepomp een
signaal krijgt maar niet schakelt, controleer dan of de aansluiting klopt. Probeer eventueel een ander
signaal (soms kan het even duren voordat de warmtepomp op het signaal reageert).
Winterperiode
In de winter kan de compressor niet starten door te koud vertrekwater. De back-up of cv-ketel (bij Altherma
Hybride) verwarmt eerst het water. Tussen 15 en 23 graden start de compressor. Dit gebeurt automatisch en
kan even
duren.
5-00 tijdelijk in op 0 om de back-up boven de evenwichtstemperatuur
in te schakelen. Zet parameter 5-00 weer op 1 zodra de compressor draait.
Zomerperiode
In de zomer kan de buitentemperatuur te hoog zijn voor de compressor. Dit gebeurt meestal bij temperaturen
boven 25 graden (verwarmen), 43 graden (koelen), of 35 graden (tapwater). Controleer het werkingsgebied in
het databoek van de buitenunit om hier zeker van te zijn.
Er is geen instelling om dit te wijzigen.
Uitschakeltemperatuur
Dit is de buitentemperatuur gemeten door de buitenunit.
Controleer de uitschakeltemperaturen voor verwarmen en koelen. Standaard schakelt koelen uit bij 20 graden
en verwarmen bij 22 graden.
Met deze instelling schakelt de unit automatisch naar koelen boven 22 graden en terug naar verwarmen
onder
20 graden.
Als de bedrijfsmodus op handmatig ingesteld staat op koelen, dan start koelen boven 20 graden.
Pas de
instellingen aan volgens de wensen van de bewoners. Verlaag eventueel de uitschakeltemperatuur voor koelen
naar 12 of 15 graden om 's avonds en 's nachts te koelen bij warme zomerse dagen. Indien nodig, verlaag de
aanvoerwatertemperatuur in de
stooklijn, maar niet lager dan 18 graden om condensvorming te voorkomen.
Parameters 4-02 en F-01 zijn de uitschakeltemperaturen voor
verwarmen en koelen. Deze vindt u ook in het installateursmenu onder Ruimteverwarming/-koeling >
werkingsgebied.
Let op, bij een automatische omschakeling moet het verschil tussen de instellingen minimaal 3 graden
zijn om
frequent schakelen te voorkomen.
Raadpleeg de Daikin e-Care App als de compressor niet start of neem contact op met Daikin Techsupport (keuze 4 -> keuze
1). Bij gebruik van WhatsApp, stuur foto's van het typeplaatje, sensorinformatie en stelmotoren.